Dubbeltest: Mercedes-Benz GLC 250 & GLC 220d Coupé

Wie dacht dat Mercedes al aan het maximum van haar modellen zat en voor wie al lang niet meer kan volgen is er al eventjes aan voor de moeite. We gingen uitgebreid op pad met de nieuwste telg van de Mercedes familie: de GLC Coupé, en dat in beide basis-motorisaties: de GLC 250 en de GLC 220d.

De GLC Coupé en de GLE Coupé zouden een ééneiige tweeling kunnen zijn. De gelijkenissen zijn dan ook treffend, maar bij de GLC coupé is alles gewoon een maatje kleiner. Zo is de GLE Coupé net 1,7 m hoog en 4,9 m lang, de GLC Coupé 1,6 m hoog en 4,7 m lang. De GLE is wel 23 cm breder en vooral dat maakt het verschil in présence. Laat ons wel duidelijk zijn, beide wagens hebben buiten de ferm aflopende daklijn niets gemeen met een coupé. Het kind moest gewoon een naam hebben.

A-typische 4×4

Vele buitenstaanders aanschouwden deze GLC Coupé niet als typische 4×4 en dat voor een wagen met nochtans permanente vierwielaandrijving. We laten in het midden of de GLC Coupé een echte schoonheid is, maar in de juiste configuratie is de GLC Coupé best wel een geslaagde verschijning. Zeker als je er een BMW X4 naast plaatst, je zou haast medelijden krijgen met de Beierse creatie al is dat misschien net iets overdreven. De Jaguar F-Pace kan je ook als concurrent voor de GLC Coupé bestempelen, al heeft de Jaguar F-Pace toch net iets meer praktische talenten. De Porsche Macan is dan weer van een andere prijscategorie om echt in het vaarwater van de GLC Coupé te komen.

GLC 250

Het zicht naar achteren is erger dan bij een sportwagen, en ook de zijspiegels mochten iets groter zijn. De positie van de achterruit is tevens zo hoog dat er zich gemakkelijk een auto achter verschuilt indien die last heeft van in-het-gat-plakken-syndroom. Gelukkig zijn er de optionele dodehoekspiegels (€ 544) die een oogje in het zeil houden. Een designtrek die de GLC Coupé van de gewone GLC differentieert zijn de uitgesproken wielkasten die een verbreding meekrijgen in plastiek. Dat viel vooral op bij de GLC 250 in designo diamant helder wit (€ 1.803), bij de canvasitblauw (€ 944) gekleurde GLC 220d viel dat minder op.

Design feature

De boordplank van de GLC is een kopie van de C-Klasse maar dat wisten we al. Ondertussen weten we al dat alles goed zit waar het moet zitten en we stellen ons ook geen vragen meer bij het zwevend scherm. Wel jammer is de grote naad tussen deur en boordplank al kan je het ook zien als design feature, want de opening is wel heel breed en vloeit als het ware mee over de boordplank. De combinatie van de head-up display (€ 1.198) en de centrale digitale snelheidsmeter maakt de analoge teller eigenlijk compleet overbodig en eerlijk gezegd niet meer van deze tijd voor een auto van minstens € 50.000. Ook de sierelementen in pianolak zijn aanwezig, maar er zijn voldoende alternatieven tegen meerprijs. De GLC 250 had zo sierelementen in matzwart essenhout (€ 351), maar ook een carbonlook is mogelijk (€ 1.089).

De dieselversie beschikte over stoelen waarvan het zitvlak en het rugvlak afgewerkt waren in een soort alcantara (microvezel Dinamica) dat de gezelligheid van het interieur ten goede komt en bovendien iets warmer aanvoelt dan het traditioneel koud leder. Zonder het optioneel schuifdak (€ 1.270) en in combinatie met het zwart leder is het echt wel een donkere bedoening op de achterbank. Gelukkig is er ook nog de sfeerverlichting, maar die beperkt zich standaard vreemd genoeg tot enkel één kleur, een soort blauwgroen dan nog. De koffer is eigenlijk een grap, maar met neergeklapte achterbank verschijnt er toch een aardige ruimte. Gelukkig is er dankzij het ontbreken van een volwaardig reservewiel wel serieus wat ruimte onder de kofferbodem.

Semi-actieve luchtvering

Met de diesel versie trokken we richting de besneeuwde Ardennen en na de enkele uren durende rit worden er wel enkele dingen duidelijk. Zo is de vering ondanks de 20 inch velgen zeer schokabsorberend afgesteld en ze keert bovendien snel terug naar een stabiele positie zonder al te veel deining. Er is bovendien geen enkele vering opgewassen tegen de staat van het wegdek in Wallonië, maar algemeen is er een hoog comfortgevoel in deze GLC Coupé. De stoelen konden iets zachter zijn, maar het zal de levensduur wel ten goede komen. De GLC 250 beschikte optioneel over de semi-actieve luchtvering die ook extra roleneigingen onder controle houdt, maar de periode tussen de twee testwagens was te groot om de voordelen ervan bloot te leggen.

De bandjes met maat 255 mm voor en 285 mm (!) achteraan is een terroristische aanslag op het gemiddeld verbruik. De AMG schoonheid heeft dus ook haar prijs. Vreemd genoeg vond ik het gemakkelijker het verbruik te doen zakken in de Comfort stand van Dynamic Select afstellingsmodule dan in de Eco stand (toch bij de 250). De Sport en Sport + modi vond ik tevens ietwat overbodig in de GLC omdat ze niet echt bij het karakter van de auto passen. Het gemiddeld verbruik van de GLC 250 was moeilijk onder 9 liter te krijgen en met een testgemiddelde van 9,2 liter per 100 km kan je vandaag toch moeilijk thuis komen.

De diesel deed wel een stuk beter en klokte af op 6,2 liter gemiddeld verbruik. De 220d is wel € 700 duurder in aankoopprijs, maar met de huidige brandstofprijzen heb je dat bedrag al na precies 13.570 km terugverdiend. Na 100.000 km bespaar je zelf € 5.000 indien je voor de diesel kiest. Er blijven discussies wat nu de minst vervuilende motor is, een diesel of benzine, maar zolang de overheid er geen significante financiële impact aan geeft zullen toch veel mensen nog voor een dieselmotor kiezen. Het bovenstaand kostenplaatje houdt wel geen rekening dat je elke 20.000 km ongeveer 20 liter Adblue moet bijvullen aan ongeveer €15 per 10 liter, maar die kost is dus vrij beperkt. Ook de BIV en de jaarlijkse verkeersbelasting levert geen significant voordeel op voor de GLC 250.

Minder voor meer

Afhankelijk van de gekozen motorisatie ben je aan de coupé versie tussen € 2.500 en € 3.500 meer kwijt ten opzichte van de normale GLC. En weten dat je er enkel de aflopende daklijn en kleiner achterruitje in de plaats voor krijgt. Je bezorgt menig achterpassagier ook een scheve nek. Het verleden heeft wel aangetoond dat mensen met plezier extra diep in de portefeuille tasten om zich van anderen te kunnen differentiëren.

Dat geldt sowiso voor wie in de optiekast gaat grabbelen. Beide testgereden modellen beschikten over het rijassistentiepakket dat een aardige duit kost (€ 2.541), maar je krijgt er wel een hoop extra technologie en veiligheid voor in de plaats. Het pakket omvat de dodehoekdetectie, adaptieve cruise control, actieve begeleiding om de wagen tussen de witte lijnen te houden, een waarschuwings- en beschermingssysteem voor aanrijdingen langs achter, actieve rem-assistentie met kruispunt en cross-traffic detectie en het volledige Pre-Safe pakket dat ongevallen detecteert en alles in een zo ‘goed’ mogelijke positie brengt.

Het Design pakket (€ 2.722) omvat de volledig in LED opgetrokken koplampen, en ook de AMG opsmuk zit in het pakket inbegrepen. De meerspaaks 20 inch AMG velgen zijn wel een optie (€ 1.028). Optioneel kan je kiezen voor de adaptieve grootlichtassistent en in deze donkere tijden en tijdens de rit in de Ardennen is dit echt een aanrader (€ 218). Het werkt bovendien ook vrij consequent.

Voorbijgestreefd aandrijvingsconcept in een jasje van vooruitstrevend design

Het design van de GLC Coupé is de grootste aandachtstrekker, maar de schoonheid (on ne discute pas les gouts et le couleurs of moeten we dat vanaf nu met alternatief feit bestempelen?) eist ook haar tol. De koffer is een lachertje, en ook de hoofdruimte achteraan bezorgt menig iets te groot uitgevallen passagier een scheve nek. Om als koper te beweren dat het zicht naar achteren en de hoofdruimte achteraan tekortschiet is zoals een politicus verwijten dat hij aan politiek doet. Er is nu eenmaal ook de keuze uit de gewone GLC. De nadelen zullen de GLC er dus wel niet van weerhouden om veelvuldig aanwezig te zijn in ons Belgisch straatbeeld, want voor de rest zit de GLC coupé opnieuw perfect in mekaar.

De dieselmotor blijft voorlopig nog de betere keuze want de 2 liter benzinemotor is in dit 4×4 jasje toch ietwat voorbijgestreefd met zijn hoog verbruik. Anno 2017 zou er voor de SUVs in deze wereld enkel keuze mogen zijn uit hybrides of plug-in hybrides, want het publiek dat kiest voor dit soort designobjecten heeft er wel degelijk het budget voor. Recentelijk komt Mercedes toe aan die behoefte met de GLC 350e Coupé plug-in-hybride die een Belgische prijskaartje van € 59.290 heeft.

GLC 250

Specificaties Mercedes-Benz GLC 250 Coupé – Motor: R4 benzine, 1.991 cc – 211 pk bij 5.000 rpm; 350 Nm tussen 1.200 en 4.000 rpm Transmissie: 9G-Tronic automaat Prestaties: Topsnelheid: 222 km/h, 0-100 km/u in 7,3 s Normverbruik: 7,3 l/100 km Testverbruik: 9,2 l/100 km CO2 uitstoot: 170 g/km Basisprijs: € 50.215 Prijs Testwagen: € 72.503 incl. BTW BIV € 1.054,26 Jaarlijkse Verkeersbelasting € 411,47

Specificaties Mercedes-Benz GLC 220d Coupé – Motor: R4 diesel , 2.143 cc – 163 pk tussen 3.000 en 4.200 rpm; 400 Nm tussen 1.400 en 2.800 rpm Transmissie: 9G-Tronic Prestaties: Topsnelheid: 210 km/h, 0-100 km/u in 8,3 s Normverbruik: 5,4 l/100 km Testverbruik: 6,2 l/100 km CO2 uitstoot: 143 g/km Basisprijs: € 50.941 Prijs Testwagen: € 66.489 incl. BTW BIV € 881,3 Jaarlijkse Verkeersbelasting € 501,23