Wie 10 jaar geleden had beweerd dat Jaguar eerder dan Audi, BMW of Mercedes een volwaardige elektrische auto in de catalogus zou hebben, hadden we wellicht gek verklaard. Toch is het realiteit. Na talrijke concept cars is de emissieloze Jaguar I-PACE een feit. We zijn benieuwd of we de typische Jaguar kwaliteiten ook in deze met batterijen gevulde Jag terugvinden.
Met geen enkele andere auto te vergelijken
Het design van de I-PACE is met geen enkele andere auto te vergelijken. Een eerste voorsmaakje kregen we al tijdens de Los Angelos Motor Show in 2016 waar het publiek al kon kennis maken met de nieuwe designstijl. In maart 2017 stelde Jaguar dan de productieversie van de I-PACE voor die door huisdesigner Ian Callum werd getekend. Ook het koetswerk kunnen we niet echt in een categorie onderbrengen. Het lijkt wel een mix tussen een SUV, een groot uitgevallen break of een vierdeurscoupé. De meningen waren verdeeld over het resultaat, maar persoonlijk wist ik het wel te smaken. En dan nog te zwijgen over de kleur, Phonton Red. Alles is relatief uiteraard. Naast een I-PACE lijkt een Tesla Model X een aangespoelde walvis.
“Naast een I-PACE lijkt een Tesla Model X een aangespoelde walvis.”
Ondanks de vreemde architectuur is de I-PACE onlosmakelijk herkenbaar als Jaguar. Verwarring met een andere auto is onmogelijk. Na lang zoeken vinden we een gelijkenis met de Land Rover Velar. De in het koetswerk klappende deurgrepen lijken verdacht veel op die van de Velar. Verdere design toppers zijn de motorkap met gigantische luchthapper, en de ingenieuze dakspoiler om een uitmuntende aerodynamica te bekomen. Met trots staat er op de achterklap een gigantische Jaguar, en ook op de zijflanken vinden we zwarte lijsten met Jaguar opschrift.
Voor de ontwikkeling liet Jaguar niets aan het toeval over. Maar liefst 200 prototypes legden 1,5 miljoen miles af, of een equivalent van 60 maal rond de aarde en dat in temperaturen van – 40 tot + 40 °C. Daarnaast nog eens 11.000 uren op de testbank. In totaal waren er 500 ingenieurs betrokken in het project. Als kers op de taart legde Jaguar 400 rondjes of op het circuit van Nardo en de Nürburgring. Jaguar stond zelf in voor de ontwikkeling van de elektromotoren. Jaguar heeft de productie van de I-PACE uitbesteed aan Magna Steyr in Oostenrijk, waar ook onder andere de Mercedes-Benz G-Klasse gemaakt wordt.
Land Rover invloeden
Het dashboard is iets wat we bij Jaguar nog niet eerder zagen. Iets minder elegant van wat we bij Jaguar gewend zijn, maar daarom niet minder strak. Het infotainmentsysteem gaat mooi over in het dashboard, en ook het stuurwiel oogt best wel sportief. Geen draaiknop voor de auto in Drive, Reverse of Park te plaatsen, maar enkele uit de kluiten gewassen knoppen op de middenconsole waar je ook de hoogte en de rijmodi van de auto kan selecteren. Mooi overzichtelijk, al is het even zoeken hoe je de temperatuur en de ventilatiesnelheid via de draai-, duw- en trekknoppen aanpast. In de deurpanelen en onder de middenconsole is er sfeerverlichting ondergebracht, maar we missen toch wat British cosiness.
De elektrische architectuur heeft zo haar voordelen voor het interieur. Zo kan je gerief kwijt onder de achterbank, en in de middenconsole kan je meer kwijt dan in je vrouw haar (of je eigen) handtassencollectie. Onder het bedieningsscherm voor de zetels/radio is er ook wat opbergruimte voor wat rommel. In de ruime koffer is er plaats voor 656 liter. Opvallend in het interieur is de zijdezachte alcantara dakhemel en zijstijlen. Een (optioneel) panoramisch dak dat infrarood licht absorbeert zorgt ervoor dat er geen nood is aan een afdekzeil. Het zorgt voor meer hoofdruimte al is het voor lange achterpassagiers toch redelijk nipt.
Het multimediasysteem Touch Pro Duo heeft veel weg van dat wat we bij Land Rover vinden (InControl Touch Pro). Door middel van het aanraakscherm kan je niet alleen het navigatiesysteem, de radio, telefoon bedienen, maar ook een rijdersprofiel instellen dat bepaalde functies kan leren aan de auto. Bv. een voorspellende oproeplijst, wanneer de stoelen gekoeld of verwarmd worden, welke mediabron geselecteerd wordt. Zo zou het beter moeten anticiperen of zelf bepaalde functies oproepen. Je kan er ook de ecoscore terugvinden, en zelfs tips lezen om de actieradius te vergroten.
8 jaar garantie
Twee elektromotoren zorgen voor de aandrijving in de I-PACE. De ‘synchroon permanent magneet’ motoren zijn dus door Jaguar zelf ontwikkeld. De aandrijfassen passeren door de motor zelf om ze zo compact mogelijk te maken. Op elke as is een elektromotor geplaatst en samen zijn ze goed voor 400 pk en maar liefst 696 Nm koppel. Onmiddellijk beschikbaar om je hersenen te pijnigen.
Een tweede belangrijk element zijn de batterijen. Die bevinden zich tussen de twee assen en Jaguar geeft er 8 jaar garantie op. In totaal zijn er 432 Lithium-ion cellen verdeeld in 36 modules van 12 cellen. In combinatie met de aluminium koets is de torsiestijfheid de hoogste der aller Jaguars: 6 kNm/°. De gewichtsverdeling is perfect: 50/50 en dankzij het lage zwaartepunt is de wegligging fenomenaal. Het voelt bijna bovennatuurlijk aan voor een auto met deze relatief hoge zitpositie. De G-krachten kan je stevig in de gaten houden op de G-force meter. Vooraan vinden we een ophanging met dubbele wishbones en achteraan een multi-link. De optionele luchtvering biedt zowel voordelen op comfort en dynamisch vlak.
We komen nog even terug op de rijsensatie. Even plankgas geven is beter dan wat je tegenwoordig in de meeste pretparken vindt. Niemand verwacht dat er zoveel power verscholen zit onder de koets van deze stille Jaguar. De Britten hebben zelfs werk gemaakt van een soort ‘Digital soundscape’ om naast het ‘natuurlijk’ geluid van de elektromotoren een soort metaalachtige mix door de luidsprekers te sturen. In de Dynamic stand treedt dat geluid nog iets meer op de voorgrond. Niet veel van gemerkt eigenlijk. Om even op die verschillende rijmodi terug te komen. Naast Eco en Comfort is er dus ook een Dynamic stand waar je verschillende parameters zoals de reactiesnelheid van de elektromotoren, de besturing en de wielophanging kan instellen, al zijn de verschillen miniem.
“Een onderscheid moet gemaakt worden tussen uitlaatemissies (NOx, SO2 en CO2) en fijnstofemissies (PM10) van de motor en/of van de slijtagedelen van een auto (banden en remmen).”
Tegenover een gezinswagen of SUV met reguliere diesel of benzinemotor heeft de I-PACE toch enkele aanzienlijke voordelen: geen ‘storend’ motorgeluid, opvallend betere wegligging door het lage zwaartepunt van de batterijen, en elk stoplichtsprintje aan de lichten win je met gemak. Of het nu toeval is of niet, maar na enkele dagen elektrisch rijden valt het extra op hoe hard sommige dieselwagens of busjes stinken. Dat brengt ons bij het ecologisch plaatje van de I-PACE.
De mate waarin een elektrische wagen milieuvriendelijker is dan een conventionele verbrandingsmotoren hangt af van heel wat factoren. Een onderscheid moet gemaakt worden tussen uitlaatemissies (NOx, SO2 en CO2) en fijnstofemissies (PM10) van de motor en/of van de slijtagedelen van een auto (banden en remmen). Ook moeten de emissies die ontstaan uit de productie van de auto en de productie van de brandstof in rekening gebracht worden. Indien er geladen wordt met groene stroom stoot een elektrische auto 70% minder CO2 uit dan een gelijkaardige benzinemotor (volgens studie TNO van 2015). Indien geen groene stroom voorhanden is, slinkt dat voordeel tot 30%. Kijken we naar de productie van de brandstof, dan zien we dat groene stroom zo goed als geen emissies met zich meebrengt (NOx, PM10 en SO2).
Indien het een grijze mix is van elektriciteit zien we wel dat de NOx bij de productie van elektriciteit bijna dubbel zo hoog is als bij een benzinewagen. Enkel de PM10 en SO2 waarden blijven ver onder die van diesel of benzine. De productie van de wagen zelf en de alomvattende onderdelen, het onderhoud en de recycling geeft een duidelijk voordeel aan benzine en dieselwagens al wordt de kloof wellicht ieder jaar kleiner en kleiner door evolutie van de recyclage- en productietechnologieën van batterijen. Een belangrijke bijgedachte is wel dat er Lithium, Nikkel, Kobalt en Grafiet nodig is voor de productie van batterijen. En dat vraagt ook heel wat van moeder aarde.
Rijden in een I-PACE (en in het algemeen een elektrische auto) vraagt een andere mindset. Eerst en vooral is het een moordwapen in verkeerde handen. Je kan er ontzettend snel mee gaan, maar dan slinken de kilometers weg als ijs voor de zon. De truc is om het rempedaal zo min mogelijk te gebruiken. Dan weet je dat je ‘goed’ bezig bent. Het vergt dus veel anticiperen en als bestuurder moet je dus permanent bij de pinken zijn. Eenmaal onder de knie is het wel een plezier om rijden. Relaxing zelfs. In drukke straatjes vol met toeristen die de Brugse kasseien aanzien als voetpad hebben er zich toch enkele rot geschrokken omdat de auto echt niks van lawaai maakt. Enkel bij het achteruitrijden wordt er een waarschuwingsgeluid geproduceerd. Jaguar ontwikkelde nochtans het ‘Audible Vehicle Alert System’ (AVAS) dat vooral blinden moet waarschuwen voor deze elektrische kat.
“Rijden met een elektrische auto vraagt een andere mindset.”
Het rijbereik en het laadproces van deze elektrische Jaguar brachten we nog niet ter sprake. Wat betekent dat nu in de praktijk? Jaguar belooft 450 km rijbereik volgens de WLTP norm. Jaguar deed onlangs een ritje van centrum Londen naar centrum Brussel via de service tunnel van de Euotunnel. Een ritje van 369 km en bij aankomst was er zelfs nog 8% van de batterijcapaciteit aanwezig. De temperaturen waren wellicht niet ideaal, maar zelfs bij laden tot 100% kregen we het rijbereik maar tot 310 km. Opladen aan een CCS DC 100 kW lader duurt amper 45 minuten. Aan de stekker thuis maar liefst 38 uur. Zelfs aan de meest voorkomende publieke laadpunten (3 fasen, 16A, 11 kW) neemt het 24 uur in beslag om de auto volledig op te laden. Een laadbeurt kost ongeveer € 30 om de batterij volledig op te laden, bij een snellader loopt dat op tot ongeveer € 60.
En dan nog het prijskaartje van de auto zelf. Een Jaguar I-Pace is er vanaf € 79.380. De First Edition die we reden tikt minimum aan op € 103.000. Gelukkig is de standaarduitrusting van de EV400 best wel in orde: 18 inch velgen, lederen sportstuur, sfeerverlichting, sportzetels, neerklapbare achterbank, differentieel met vectoriële koppelverdeling, vermoeidheissensor, lijnassistentie, parkeerhulp, noodstopassistentie, key-less go en ga zo maar door. Naast de First Edition is er dus keuze uit het SE of HSE uitrustingsniveu die respectievelijk € 87.520 en € 93.610 kosten.
Conclusie
De vraag blijft in hoeverre een elektrische wagen dé oplossing voor onze eigen gezondheid en het klimaatprobleem. De productie en recyclage blijft duur en omslachtig, en enkel op groene stroom is deze Jag echt groen. Bovendien is de aanschafprijs voorlopig enkel weggelegd voor mensen die zich weinig van het milieu aantrekken. Aan de andere kant is een ’tankbeurt’ veel goedkoper, betaal je geen BIV en wegentaks. En misschien minstens even belangrijk, deze Jaguar biedt ontzettend veel emissieloos rijplezier, tonnen comfort en ongeziene looks. En toen waren de Duitsers aan zet …
Auto | Jaguar I-PACE EV400 AWD First Edition |
---|---|
Motor | 2x elektromotor aangedreven door 90 kWh batterij |
Maximum vermogen | 400 pk |
Maximum koppel | 696 Nm |
Overbrenging & transmissie | AWD |
0-100 km/h | 4,8 s |
Topsnelheid | 200 km/h |
CO2 uitstoot | 0 g/km |
Normverbruik | 21,2 kWh/100 km |
Testverbruik | 26 kWh/100 km |
Basisprijs (incl. 21% BTW) | € 79.380 |
Prijs testwagen (incl. 21% BTW) | € 103.440 |
BIV | € 0 |
Jaarlijkse verkeersbelasting | € 0 |
Met dank aan Jordi Scheyving voor de tracking shots.