We schrijven 1984. Tijden van ecologische uitstootnormen en financiële crises waren toen nog lang niet aangebroken. Integendeel, toen begon het M5-verhaal pas. En dat alles in Amsterdam. Op de toenmalige Amsterdam Auto Show werd de allereerste generatie M5 voorgesteld. Een zakenauto met sportprestaties, bovendien de snelste productie-sedan ter wereld in die tijd.
1. BMW M5 E28 (1985-1988)
Geen enkel automerk haalde het in de jaren tachtig in z’n hoofd een zakenauto zoals de 5-serie om te bouwen tot een snelle circuitmachine. Op BMW na dan. De jaren ervoor was BMW uiteraard al een tijdje bezig met motorsport en ook de BMW M535i was al geen slakje. Toch merkte BMW een nood aan een échte M-motorisatie in een van hun modellen. Zo werd de M5 E28 geboren. Een 3,5-liter, zes-in-lijn motor met 282 pk rechtstreeks op de achterwielen. Niet veel soeps zou je denken. Voor die tijd was het ongezien hardcore.
6,2 seconden naar 100 km/u en een piek van 245 km/u waren net als de pk-output redelijk verrassend in de eighties.
Hoe charmant de prestatiecijfers klinken, des te charmanter is de productiewijze. De E28 M5 werd namelijk volledig met de hand in elkaar geschroefd. En dat in tegenstelling tot de gewone 5-serie, die machinaal werd verwekt. Nog geen 2.200 exemplaren werden zo vijsje per vijsje gebouwd. Dat maakt deze E28 dan ook een heilige graal voor bimmerfans.
De kans dat je een originele E28 M5 tegenkomt is dus redelijk klein. Kom je toch een tegen dan herken je deze voornamelijk aan de dubbele uitlaatpijp en de typische 15-inchvelgen. Herkennen kan ook dankzij z’n fenomenale geluid.
2. BMW M5 E34 (1988-1995)
Ook de tweede generatie M5 krijgt een 3,5-liter zescilindermotor. Met een pk-upgrade tot 316 pk, 360 Nm en een sprint naar 100 km/u van 6,3 seconden.
In 1992 kwam ook de allereerste 5-serie Touring tevoorschijn. Vanaf dat moment werd ook een grotere motor in de M5 gelepeld, zowel in de sedan als in de touring. Een 3,8-liter met 340 pk en de eerste keer 400 Nm aan koppel in een M5. De spurt naar 100 km/u werd zo veel sneller afgerond in 5,9 seconden dankzij de distributieloze ontsteking (geen rotor en verdeelkap). Daarmee verkleinde BMW het gat tussen de M5 en de krachtige 540i. Die laatste kreeg in 1992 een 4-liter grote V8 mee uit de fabriek.
3. BMW M5 E39 (1998-2003)
Persoonlijk onze favoriete M5 ooit. Krachtiger, optisch mooier en talrijker. De 4,9-liter V8 zorgde voor 400 pk en een begrensde snelheid van 250 km/u via een zestraps manuele handbak. Zonder begrenzing loopt dat op tot liefst 300 km/u. De E39 is ook de eerste M5 die op dezelfde productielijn als de gewone 5-serie werd geproduceerd. Dit zorgde voor een hoge productiviteit waardoor er bijna 20.500 M5 E39’s werden gemaakt. Dit kan je nog steeds merken door de relatief grote tweedehandsmarkt.
Drie versies van de derde generatie M5 werden gebouwd. Een links gestuurde, rechts gestuurde en Noord-Amerikaanse versie. In 2001 werden uiterlijke updates doorgevoerd. Tot slot geven we nog even de sprint naar 100 km/u mee van de E39. Die wordt afgerond in slechts 4,8 seconden. Dat is een knaller van een seconde sneller dan de E34, mooie prestatie van BMW!
4. BMW M5 E60 (2005-2010)
Met pure zekerheid de meest radicale, brute en luidste M5 die de wereld ooit zag (en te zien zal krijgen). Een 5-liter grote V10. Van downsizen was in 2005 absoluut nog geen sprake. 507 pk en 520 Nm koppel zijn cijfers om van weg te duizelen, ook nu nog. De E60 M5 was in 2005 de snelste 4-deurssedan ter wereld met z’n 4,7 seconden naar 100 per uur. Een jaar later kwam de rest van de Duitse Drievuldigheid dat record verbreken met de E63 AMG en de Audi RS6.
Wie V10 zegt, zegt meestal in dezelfde zin iets over het overvloedige verbruik van de wagen. Gemiddeld 20 liter/100 km is niet bepaald economisch te noemen.
Naast de gigantische motorupgrade is ook de overbrenging van een nieuwe vorm. Een sequentiële zeventraps automaat, de zogenaamde SMG-transmissie. Ook werd, sinds de E34-generatie hierboven, geen M5 Touring meer gemaakt. Dat is bij de E60 wel gebeurd. Zo’n 1.000 stuks met grote koffer zijn afgeleverd bij klanten. Van de sedanversie werden een kleine 20.000 stuks afgeschreven.
5. BMW M5 F10 (2011-…)
Enkel en alleen al de vijfde titel schrijven doet ons verlangen naar de E60. Aangezien een tiencilinder in het vooronder niet meer als sociaal aanvaardbaar gezien wordt, krijgen we ‘maar’ een 4,4-liter grote V8 in de vijfde generatie M5, de F10.
560 pk, 680 Nm, 7-traps automaat met dubbele koppeling en veel koolstofvezel vatten de F10 grotendeels samen. Later kwam ook nog de hommage-M5, de 30 Jahre Edition.
Als afsluiter nog een stukje absurde logica; Onze Noord-Amerikaanse vrienden en tevens fervente automaatrijders krijgen, in tegenstelling tot wij in Europa, wél een manuele zesbak in de F10.
Jouw favoriet?
foto: bmwblog.com